|
||||||||||
De motor der vooruitgangEuropeanen en hun afstammelingen bepalen de wereldcultuur. De Amerikaanse politicoloog Charles Murray geeft in zijn boek Human Accomplishment een overzicht van 3500 mijlpalen in de ontwikkeling van wetenschap, cultuur en techniek in de afgelopen 2500 jaar. Maar liefst 94 procent van de uitvindingen die het dagelijks leven van alle wereldbewoners beheersen, zijn in Europa en Noord-Amerika gedaan.Bijna alle uitvindingen in de lijst van Murray dateren vanaf het einde van de achttiende eeuw. De tussenklassementen geven een heel ander beeld: in het jaar 1000 en het jaar 1500 leidde China. In 1050 beschikten de Chinezen al over het buskruit. In 1100 bestond er een wapenindustrie waar veertigduizend arbeiders handgranaten en vuurpijlen maakten. De vuurpijlen verspreidden bij het inslaan brandende olie of gifgassen. In de dertiende eeuw hadden de Chinezen al vlammenwerpers, geweren en kanonnen. Aan het einde van de elfde eeuw produceerde China jaarlijks 150.000 ton ijzer; net zoveel als heel Europa in 1700. De Chinezen vonden niet alleen het buskruit uit, maar ook de geletterde bureaucratie. Tweehonderd jaar voor Christus werd van hoge ambtenaren in de Han-dynastie al geëist dat zij een schriftelijk examen aflegden. Chinezen drukten rond 800 al boeken; meer dan zeshonderd jaar voor de Europeanen. Sinds het begin van de veertiende eeuw beschikte de Chinese textielindustrie over spinmachines die dagelijks zestig kilo garen produceerden. Zijde werd gesponnen in fabrieken met ieder zo'n vijfhonderd weefgetouwen. Reizende handelaren in thee gebruikten in de negende eeuw al travelers cheques en in de veertiende eeuw kende China al papiergeld; ruim vijfhonderd jaar voor de Europeanen. Rond het jaar 100 gebruikten de Chinezen het kompas; ruim duizend jaar voor de Europeanen. Tussen 1405 en 1433 voeren zeven grote Chinese vloten naar Oost-Afrika. Iedere vloot bestond uit een paar honderd schepen. Aan boord waren ruim vijfentwintigduizend man cavalerie. Om man en paard te voeden, waren voorraden voor minstens een jaar aan boord. De Chinezen hadden zelfs een varende varkensboerderij, zodat er altijd vers vlees op het menu stond. Plotseling besloten de keizers van de Ming-dynastie om de ontdekkingsreizen te beëindigen, de bouw van grote schepen en de internationale handel in ijzer, wapens en textiel te verbieden, het gebruik van de drukpers te beperken, en alle energie te besteden aan het versterken van de Chinese muur. Het lijkt onvoorstelbaar dat een keizer zijn land tot eeuwenlange achterlijkheid kan veroordelen, maar China was zo goed tegen de buitenwereld beschermd dat de afgelopen vijfhonderd jaar de heersers over China nooit voor de keuze stonden tussen modernisering of de ondergang van hun rijk. Aangezien modernisering het gevaar met zich meebracht van de spreiding van kennis en macht, kozen generaties Chinese despoten uit eigenbelang ervoor om hun volk dom en hun land arm te houden. China was te groot om groots te zijn. Als een heerser in het versnipperde Europa koos voor stagnatie, stonden al gauw de legers van de buren voor de poort, want die hadden ondertussen een superieure technologie ontwikkeld. Het is maar goed dat Napoleon en Hitler er niet in zijn geslaagd om Europa te verenigen, want dan was de prikkel tot innovatie weggevallen. In plaats van hun geluk te prijzen zijn de Europeanen nu zo stom om zich vrijwillig te verenigen in de Europese Unie. Marcel Roele Deze column verscheen eerder in het Algemeen Dagblad | ||||||||||
|