|
|||||||||||||
Het einde van NederlandNederland is een democratie, een verzorgingsstaat, een immigratieland en een multiculturele samenleving. Dat zijn vier kenmerken die zich niet laten combineren. Een multiculturele samenleving ondermijnt de democratie; en immigratie ondermijnt de verzorgingsstaat.In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht vormen niet-westerse allochtonen momenteel ruim een derde van de bevolking. Op de basisscholen in de vier grote steden zijn allochtone kinderen nu al in de meerderheid en in 2015 is in heel Nederland meer dan de helft van de jeugd allochtoon. Driekwart van de bevolkingstoename komt op rekening van niet-westerse allochtonen. Iedere twintig jaar verdubbelt hun aantal, voornamelijk door het hoge geboortecijfer in allochtone gezinnen en de import van huwelijkspartners uit het land van herkomst. Als het zo doorgaat, zullen aan het eind van deze eeuw blanke Europeanen in de minderheid zijn in Nederland. ![]() Schellings schijven vinden een multi-etnische, multiculturele buurt gezellig, maar zij willen niet de enige afwijkende zijn in een cluster van blanken of zwarten. In het begin van het spel strooide Schelling willekeurig de schijven over het bord uit. Iedere spelronde mochten ontevreden schijven verhuizen. Zwarte schijven verlieten blanke voor zwarte buurten; witte schijven kwamen ervoor in de plaats. In een mum van tijd waren de kleuren van elkaar gescheiden.
Een gesegregeerde bevolking is een politieke tijdbom die ook zonder een volksmenner als Adolf Hitler kan ontploffen. Toen in Joegoslavië, Libanon, Rwanda en Indonesië leden van verschillende etnische en religieuze groepen elkaar opeens afslachtten, was er absoluut geen sprake van een collectieve gekte of verstandsverbijstering. Volgens wetenschappers blijven de burgers waaruit de plunderende en moordende massa bestaat net zo nuchter en calculerend als altijd. Er is slechts een klein beetje etnische spanning en wat opgekropte frustratie nodig voor een uitbarsting na jaren van vreedzame coëxistentie. In een geavanceerde versie van Schellings bordspel waarin individuele schijven agressief kunnen worden, breken zelfs af en toe bloedige rassenrellen uit in de computer zonder dat collectieve agressie is voorgeprogrammeerd en zonder dat de schijfjes met elkaar kunnen communiceren. Het enige wat nodig is, is dat het schijfje kan waarnemen dat de buurman agressief wordt. Schellings schijven kunnen niet van kleur veranderen, maar etnische groepen kunnen over meerdere generaties in een smeltkroes opgaan door gemengde huwelijken. In een blank land gebeurt dit vrij snel met Oost-Aziatische en blanke immigranten; met zwarte immigranten en hindoes gaat dat al veel langzamer. Moslims trouwen in eigen kring. Geloofsafval is een doodzonde. De verstikkende sociale controle uit de dorpen in Turkije en Marokko wordt in stand gehouden. Vrouwen mogen helemaal niets. Men maakt zich niet bekend met de cultuur van het nieuwe vaderland; men heeft geen abonnement op de Nederlandse kabel maar kijkt per satelliet naar zenders uit het Midden-Oosten. De loyaliteit ligt niet bij de Nederlandse cultuur, overheid, koningin en voetbalteams, maar bij hun tegenhangers in het land van herkomst.
Is een goed functionerende democratie nog wel mogelijk in een multi-etnische of –culturele samenleving hebben waar makkelijk tweedracht kan worden gezaaid? De praktijk leert van niet. Een redelijk welvarende, goed geschoolde middenklasse en etnische en culturele homogeniteit zijn voorwaarden voor een florerende democratie. Als die ontbreken, zoals in Afrikaanse landen het geval is, maakt in een democratisch bestel een rijke elite die mijlenver boven het volk is verheven de dienst uit en kiest het onmondige stemvee op basis van loyaliteit aan de stam. De Oegandese president Yoweri Museveni en de Amerikaanse publicist en opinieleider Robert Kaplan concluderen hieruit dat democratie in een bananenrepubliek leidt tot het tegen elkaar uitspelen van stammen en religieuze groepen. Houdt Nederland een gezonde basis voor een functionerende democratie? Een halve eeuw geleden was ons land verdeeld in drie zuilen (protestants, katholiek en liberaal/sociaal-democratisch), maar etnisch homogeen; de zuilen baseerden zich op de joods-christelijk-humanistische beschaving en konden elkaar vinden in stabiele coalitieregeringen. Ze hadden, om met Pim Fortuyn te spreken “de Nederlandse identiteit als fundament.” Dit fundament is verlaten; de gevestigde politieke partijen zijn multi-culti. De PvdA bijvoorbeeld, behartigt de belangen van alle armoedzaaiers – allochtoon en autochtoon. In de praktijk werkt dit niet, omdat anti-westerse islamitische allochtonen andere belangen hebben (voor immigratie, tegen integratie) dan autochtonen en pro-westerse allochtonen. In een paar maanden tijd pikte Fortuyn de stemmen van de minder gefortuneerde autochtonen en van de pro-westerse allochtonen van de PvdA af.
Als de democratie kwakkelt, sneuvelt als eerste het recht om onaangename waarheden te vertellen. Dat is nu al het geval. Wetenschappelijk onderzoek waaruit de nadelen van de multiculturele samenleving blijkt, wordt onder het tapijt geschoven. Wanneer een fundamentalistische christen of een imam erop wijst dat volgens hun heilige boeken homoseksuelen de doodstraf verdienen, worden er aanklachten ingediend. De illusie moet in stand worden gehouden dat we in harmonie met elkaar samenleven – tot het moment waarop het te laat is. Fortuyn was een voorstander van een spreidingsbeleid voor allochtonen (ze moesten niet allemaal in de achterbuurten van grote steden worden gepropt) en gedwongen vermenging van zwart en blank op school. Dat laatste is in Amerika geprobeerd (kindertjes uit zwarte wijken werden per bus naar blanke scholen gebracht – en omgekeerd) zonder noemenswaardige verbetering van de relaties tussen de rassen en de schoolprestaties van zwarten. Bovendien gaan die pogingen tot geforceerde integratie gepaard met heel wat dwang van de kant van de overheid – is dat wel verenigbaar met democratie en ‘de Nederlandse identiteit’?
Er zijn zeer veel multiculturele samenlevingen (Libanon, Soedan, Maleisië, Joegoslavië, India, Nigeria, Indonesië, Suriname, China, Rwanda, Zuid-Afrika enzovoort), maar geen van alle is een democratische verzorgingsstaat en rechtsstaat met een lage criminaliteit, weinig corruptie waar redelijke harmonie heerst tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Alleen in Zwitserland gaat het goed. Het Zwitserse succes lijkt gebaseerd te zijn op separatie en decentralisatie – kleine gemeenschappen beslissen zoveel mogelijk zelf. Ieder kanton is onafhankelijk op beleidsterreinen die met cultuur en onderwijs te maken hebben. De kantons zijn tamelijk homogeen: zeventien Duits, vier Frans, één Italiaans en vier gemengd. Een halve eeuw geleden ging het eventjes mis: de Franstalige bewoners van de Jura-regio van het kanton Bern begonnen een gewelddadige afscheidingsbeweging, maar werden weer rustig toen ze een eigen kanton kregen.
Zwitserland is een land gebleven waar de overgrote meerderheid van de bevolking tot in lengte van dagen huidskleur en de christelijke cultuur gemeen zal hebben. Nederland kan er nu niet meer voor kiezen een tweede Zwitserland te worden; daarvoor is onze bevolking religieus en raciaal te geschakeerd. Misschien gaan we dezelfde kant op als de Verenigde Staten. Kleine gemeenschappen kunnen in de Verenigde Staten iets makkelijker voor (behoud van) hun eigen identiteit kiezen dan in Nederland het geval is. Doorgaans worden de burgemeester, de sheriff, de openbare aanklager, de griffier, de lijkschouwer en de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de financiële administratie en de belastingen door de plaatselijke bevolking gekozen.
Wanneer etnische en culturele achtergrond steeds vaker de stemkeuze bepalen, politieke partijen hun machtsbasis hebben in verschillende delen van het land en burgers over grote afstanden verhuizen om een sociale omgeving te vinden waarin zij zich thuis voelen, kun je je afvragen hoe lang ze nog met elkaar in hetzelfde land kunnen leven. Tot het moment waarop er een Partij voor de Autochtonen ontstaat onder leiding van een Amerikaanse Karadzic? En hoe zal dat met Nederland gaan naarmate de niet-geïntegreerde moslims talrijker worden? Zal over dertig jaar het bestuur van de grote steden in handen zijn van een islamitische partij die misschien ook de nationale verkiezingen dreigt te winnen? Zullen de autochtonen die de verkleuring van de stad zijn ontvlucht en de meerderheid vormen in de provincies het dan nog wel op prijs stellen dat Nederland bestaat en er parlementsverkiezingen worden gehouden? ![]() Immigratie bedreigt niet alleen de democratie maar ook de verzorgingsstaat. Het risico is vooral groot wanneer de immigratie niet wordt gecontroleerd door degenen die gastheer of –vrouw zijn voor de nieuwkomers, maar plaatsvindt via asielprocedures, gezinsvorming en gezinshereniging. Uit de hele wereld reppen zich meeëters naar onze staatsruif. Volgens berekeningen van de econoom Pieter Lakeman hebben immigranten en hun nazaten de autochtone bevolking tot nu toe bijna honderd miljard euro gekost. Je kunt het mensen uit de derde wereld niet kwalijk nemen dat ze verhuizen naar een land waar het geld op straat ligt; wel de nationale overheid dat zij het geld van de belastingbetalers op straat smijt.
In een zeer liberale samenleving waar burgers, bedrijven en lokale overheden grotendeels eigen baas zijn, hoeft immigratie geen problemen op te leveren. Voor een verzorgingsstaat als de onze, waar de nationale overheid en de Europese Unie juffrouw Albedil spelen, is immigratie op den duur dodelijk. Het is echter politiek onhaalbaar om hetzij ons humanitaire immigratiebeleid, hetzij onze menslievende verzorgingsstaat op te offeren. Laten we maar rustig afwachten tot de boel met donderend geraas ineenstort.
Nederlanders helpen graag behoeftige medemensen – en dat mag wat kosten. Zo heeft ons land dit jaar krap 2 miljard euro uitgetrokken voor de opvang van een geraamd aantal van 80.000 asielzoekers. De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) moet met ruim 1 miljard euro per jaar wereldwijd zeker twintig miljoen vluchtelingen in leven houden. Met andere woorden: voor het geld dat wordt besteed aan een Somalische vluchteling in Nederland kun je vijfhonderd Somalische vluchtelingen opvangen in Afrika. We laten Afrika en andere gebieden waar ellende en armoede troef zijn echter niet in de steek: jaarlijks besteden we zo’n 4 miljard euro aan ontwikkelingshulp. Alsof de duivel ermee speelt: landen die ontwikkelingshulp ontvangen, ontwikkelen zich niet. Afrikaanse landen zoals het socialistische Tanzania bleken een bodemloze put voor westerse ontwikkelingsgelden, terwijl Zuid-Korea en Singapore (veertig jaar geleden beide straatarm) zichzelf hebben ontwikkeld door het kapitalisme te omarmen. Ontwikkelingshulp verstoort de werking van de vrije markt: men raakt aan hulp verslaafd en kleine ondernemers worden weggeconcurreerd door de verstrekking van gratis goederen. ![]() Wie profiteert er van die eindeloze stroom belastinggeld voor asielzoekers, de Derde Wereld en de integratie van allochtonen? Dat zijn de beleidsmakers, sociale werkers, ontwikkelingswerkers, jongerenwerkers en andere liefdadige types. Zij doen telkens een succesvol beroep op ons geweten. We kopen een aflaat voor ons zondige, kapitalistische egoïsme. Wat doet het ertoe dat daarmee geen arme stakkerds daadwerkelijk vooruit worden geholpen. Als wij maar in ruil voor ons geld een goed gevoel krijgen over onszelf. De nobele vreemdeling Een wrede dictator; een bloedige oorlog. Gelukkig: een vrijheidsstrijder of een lid van een vervolgde minderheid weet te ontkomen naar Nederland. Wij zijn ondertussen nog volop bezig met het verwerken van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat hadden we toch graag in het verzet gezeten, neergestorte geallieerde piloten geholpen en Anne Frank een werkelijk veilig onderduikadres geboden. Helaas, we zijn te laat geboren. Maar we willen toch nog wel even bewijzen dat we moediger zijn dan de generatie die de oorlog bewust heeft meegemaakt.
In de praktijk valt dat allemaal nogal tegen. Veel asielzoekers komen uit gebieden (Irak, Afghanistan, Somalië of Syrië, bijvoorbeeld) waar een aloude traditie bestaat dat iedereen die niet tot de kliek of stam van de dictator behoort, wordt onderworpen, en iedereen die bij hem in ongenade is gevallen, wordt gemarteld of gedood. Degenen die voor dit lot op de vlucht slaan, zijn doorgaans geen verlichte democraten. Soms hebben ze voor de recentste machtswisseling in hun vaderland vuile handen gemaakt en vaak willen ze dolgraag vuile handen maken, mocht hun factie ooit het heft in handen krijgen. Nederlandse vluchtelingenwerkers die voorstanders zijn van universele mensenrechten schrikken zich rot wanneer ze erachter komen dat hun beschermelingen de bloedige onderdrukking van hun vijanden als ideale staatsvorm zien. Het enige wat de aanhangers van de verschillende krijgsheren verenigt, is afkeer van het Westen in het algemeen en van de Verenigde Staten en Israël in het bijzonder. De aanwezigheid van dergelijke politieke vluchtelingen zal niet bijdragen aan het uitdragen van de humanistische normen en waarden die degenen die hun gastvrijheid verschaffen zo dierbaar zijn. © Marcel Roele. Alle rechten voorbehouden Dit artikel verscheen eerder in de HP/De Tijd van 6 december 2002. | |||||||||||||
|